Cumali | Op vrijdag geboren |
Cuma | 1. De vijfde dag van de week. 2. De aanbiddings- en feestdag voor moslims. |
Coşkun | 1. Opgewonden, enthousiast. 2. Gevoelig, zeer beweeglijk. |
Civan | Jong, knap, aantrekkelijk. |
Cezmi | Vastberaden. |
Cevdet | 1. Goedheid, schoonheid. 2. Volwassenheid. 3. Grootsheid. 4. Frisheid. 5. Perfectie. Cevdet Pasha: Ottomaanse staatsman. Historicus en jurist (1822-1895). |
Cemil | 1. Mooie man. 2. Herinnerd met goedheid. 3. Vroeger een prestatiecertificaat dat op scholen werd uitgereikt. |
Celalettin | Grootsheid, majesteit, woede. |
Cavit | Oneindig, eeuwig. |
Canalp | Iemand met moed en kracht in zijn kern. Vriendelijke held. |
Cahit | Werkend, inspannend, koppig, volhardend. |
Cenker | Strijder. |
Celasun | Heldhaftig, moedig. Jong, gezond, dapper persoon. |
Cüneyt | Soldaat, krijger. |
Cihat | Strijden tegen de vijand voor de islam. |
Cem | 1. Verzameling, compilatie. 2. Heerser, sultan. 3. Zowel de bijnaam van Alexander de Grote als van Profeet Salomo. |
Celil | Groot, verheven. |
Cevahir | Juweel, edelsteen, waardevolle decoratie. |
Cenk | Strijden. Korte strijd. |
Cengizhan | De heerser die het Mongoolse Rijk stichtte. |
Cengiz | Hard en ruw van aard, moeilijk te verzachten. |
Cemre | Vuur, vlam. Geloofd te ontstaan in water, lucht en aarde. |
Candaş | Vriend, metgezel. |
Cafer | Thee, beek, kleine rivier. |
Cihangir | Degene die een groot deel van de wereld veroverde. |
Cevat | Zeer vrijgevig, openhartig, genereus. |
Cemal | Iemand met een mooi gezicht. |
Celal | Grootsheid, eer, volmaaktheid en vrijgevigheid bezittend. |
Caner | Vriend van het hart. |
Ceyhun | Een rivier in Centraal-Azië. |
Cantekin | Geliefde ziel, zielprins |
Canberk | Sterk persoon, solide persoon, sterke geest |
Can | Het bestaan van een persoon, leven, individu, ziel, kracht |